Mei
Tuinonderhoud begin mei
Warmere nachten, langere dagen en hier en daar een goede regenbui.
De eerste bloei van het jaar verdwijnt stilaan terwijl meer en meer andere soorten de tuin van extra kleur voorzien. Hommels, bijen en vlinders doe nu hun best en allerlei nestjes worden gebouwd. Maar ook het gras groeit nu snel en het onkruid tiert welig. Beukenhagen lopen uit terwijl haagbeukhagen nagenoeg dichtgegroeid staan. De tuin is nu op zijn mooist en er is werk aan de winkel...
De plantenborder
-
Voorzie vaste planten en heesters van steunen of rijshout indien nodig. Doe dit nu voor het te laat is. Sommige vaste planten en heesters kunnen nu reeds worden getopt. Ze zullen dan iets later bloeien maar compacter en dus steviger blijven. Ik denk aan sedum- soorten, gaura- soorten en de sneeuwbalhortensia 'Annabelle'.
-
Vaste plantensoorten die reeds zijn uitgebloeid kunnen nu reeds worden gescheurd. Dit bevordert de bloeikracht van de planten voor het komende jaar.
-
Geef na het opnieuw uitplanten voldoende water zodat de planten weer goed aanslaan.
-
Na de bloei ontwikkelt de kerstroos nieuwe bladeren die altijd aan de basis ontspruiten. Dit decoratief blad blijft het gehele jaar door staan, afgestorven bladeren en uitgebloeide bloemen kan je ten alle tijde wegsnijden.
-
Bij uitgebloeide tulpen mag je de bloemen gewoon wegsnijden, laat het loof rustig afsterven zodat de bloembol voldoende energie kan opnemen.
-
Hou borders onkruidvrij en breng eventueel een mulchlaag aan zodat de grond goed vochtig blijft en het onkruid het ietwat moeilijker krijgt.
-
U kan de border na het wieden nog eens goed bemesten indien je dit nog niet hebt gedaan.
-
Let steeds op voor ziekten en plagen, bij hagen krijg je in mei bijvoorbeeld last de beukenbladluis en de taxuskever.
Beukenbladluizen bevinden zich aan de onderzijde van beukenbladeren en aan de groeitoppen. Ze zijn goed te herkennen doordat ze zich omhullen met een witte, wollige wasafscheiding. Aan de bovenkant van de beukenbladeren merk je geelbruine vlekken op en het blad krult zich op. Net als andere soorten bladluizen scheidt ook de beukenbladluis honingdauw af waarop roetdauwschimmel zich kan ontwikkelen. Omdat de waslaag de beukenbladluis beschermt tegen sproeistoffen die werken op basis van contact is het aangewezen een systemisch insecticide te hanteren.
Beukenbladluis en het schadebeeld van aantasting ervan
In mei kan je ook te maken hebben met de larven van de lapsnuit- of taxuskever (Otiorhynchus sulcatus). Planten kwijnen weg en kunnen zomaar uit de grond worden getrokken omdat de larven zich voeden met plantenwortel van bijvoorbeeld taxushagen en bolhortensia's.
Volwassen kevers veroorzaken vooral vraatschade aan de bladeren. Dit insect is heel moeilijk afzonderlijk te bestrijden. Bij het gebruik van een algemeen insecticide gaan ook veel andere, nuttige insecten verloren.
Gazon
Afhankelijk van de groei en van de kwaliteit van het gazon kan je tot tweemaal per week maaien. Wissel mulchbeurten af met opvangbeurten om het afval te beperken. Let op voor narcissen die eventueel in het gazon voorkomen. Ook al zijn ze reeds uitgebloeid, laat het loof minsten 6 weken ongemoeid alvorens het mee te maaien. Verwijder wel de uitgebloeide bloemen zodat de planten geen energie verspillen aan de aanmaak van zaad;
-
Mei is de grasmaand bij uitstek: je kan het gazon nog steeds renoveren, herzaaien of heraanleggen met kant en klare graszoden. Het voorbereidend werk is hierbij zeer belangrijk: verwijder de oude zode en pas desnoods een bodemverbetering toe naar gelang de huidige toestand (compost, turf, champost...). Nivelleer het terrein grondig en verwijder takken, stenen en plantenwortels.
-
Denk er ook eens aan een beregeningssysteem te installeren alvorens een nieuw gazon aan te leggen.
-
Trim de graskanten mooi kort met een elektrische of mechanische trimmer en steek ze schuin af voor een volledig afgewerkt gazon!
De vijver
-
Voer de vissen nu regelmatig. Voer vissen enkel de nodige hoeveelheid die ze snel opeten. Teveel voer zal verrotten en algengroei stimuleren. Eenmaal per dag voeren is in orde. Een dag of twee in de week niet voederen kan zeker geen kwaad.
-
Probeer zoveel mogelijk algen en eendenkroos uit de vijver te verwijderen. Doe dit met een zeef of net en probeer algen zoveel mogelijk rond een stuk te draaien. Je kan dit ook doen met een speciale vijverborstel. Planten met drijvende bladeren, veel zuurstofplanten en bewegend water verminderen de algengroei.
-
Dun snel groeiende waterplanten uit en maak de vijver schoon voor de zomer. Vijverplanten moeten om de drie à vier jaar worden gedeeld. Doe dit ten laatste nu indien je het in de afgelopen weken nog niet heb gedaan. Het water zal nadien ietwat troebel zijn maar geen nood, binnen enkele dagen herstelt het zich vanzelf.
-
Geef waterplanten aangepaste voeding! Geef geen tuinmeststoffen, deze zullen leiden tot overmatige algengroei.
-
Plant deze maand nog nieuwe waterplanten. Indien het vorstgevaar is geweken kan je enkele bijzondere drijfplanten aanschaffen zoals: de waterhyacint (Eichhornia crassipes) en de waterkastanje (Trapa natans).